Staatssecretaris Van Rij schrijft aan de Tweede Kamer naar aanleiding van vragen tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen dat een snellere invoering dan 1 januari 2024 van een BTW-nultarief op groente en fruit niet mogelijk is. Ook beantwoordt Van Rij de vragen van de Kamerleden Van Esch (PvdD) en Omtzigt over dit onderwerp.

Uit een indicatieve raming is gebleken dat invoering van een BTW-nultarief op groente en fruit leidt tot een budgettaire derving van circa € 1 miljard. Hier moet dekking voor komen. Ook is zorgvuldigheid belangrijk bij de invoering om de maatregel werkbaar te houden. De invoering van een BTW-nultarief vraagt om een wettelijk onderscheid tussen groente en fruit enerzijds en andere voedingsmiddelen anderzijds. Dit onderscheid moet berusten op objectieve criteria.

Het kabinet laat op dit moment een onderzoek uitvoeren door onderzoeksbureau SEO naar afbakeningsvarianten en de voor- en nadelen van iedere variant. Ook wordt de doelmatigheid van de maatregel bekeken. In het onderzoek wordt tevens gekeken naar bestaande tariefdifferentiatie in andere lidstaten, zoals in Letland, Spanje en Italië. Begin 2023 worden de uitkomsten van het onderzoek verwacht.

Ten aanzien van de geplande verhoging op tabaksaccijns per 1 april 2023 schrijft de staatssecretaris dat dit niet eerder kan worden ingevoerd in verband met de wettelijke termijn voor invoering. Ook de geplande verhoging van bieraccijns per 1 januari 2023 kan niet worden vervroegd, aangezien het wetgevingstraject voor het Belastingplan 2023 naar verwachting pas eind 2022 wordt afgerond.

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Accijns en verbruiksbelastingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

15

Gerelateerde artikelen