Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat, nu vaststaat dat X de facturen niet zou betalen, X de afgetrokken BTW is verschuldigd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

De doelstelling van X is het creëren van vloeibaar biogas om vervoer te verduurzamen. X maakt gebruik van de managementdiensten van C. C brengt aan X een managementfee in rekening. X verrekent een deel van de managementfees met facturen van X aan C. X brengt de BTW op de facturen van C in aftrek, maar voldoet de facturen niet over de periode 2014-2017. De inspecteur stelt dat X de afgetrokken BTW is verschuldigd, nu vaststaat dat de facturen niet zullen worden betaald. X stelt dat bij het vinden van een investeerder de facturen zouden zijn betaald. Verder stelt X dat sprake is van informeel kapitaal dan wel een onzakelijke lening. X gaat in hoger beroep.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2022/21.1.3) stelt de inspecteur in het gelijk. Door het negatief eigen vermogen van X valt niet te verwachten dat X de facturen gaat betalen. Ook sponsoren willen de facturen van C niet betalen. Het is onvoldoende dat X gelooft in de toekomstige mogelijkheden van het project. Ook is geen sprake van informeel kapitaal of een onzakelijke lening. X' hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 27

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 30 april

Informatiesoort: VN Vandaag

333

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen