Hof Amsterdam acht het geen probleem dat de gemeente de WOZ-waarde vaststelt met een computerprogramma dat niet openbaar is. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning in de gemeente Bloemendaal. In geschil is de WOZ-waarde 2014 die na bezwaar € 1.377.000 bedraagt.
Hof Amsterdam (MK IV, 9 februari 2017, 15/00843, V-N Vandaag 2017/781) acht het geen probleem dat de gemeente de WOZ-waarde vaststelt met een computerprogramma dat niet openbaar is. De wet eist geen openbaarheid. De gemeente heeft zowel in het taxatieverslag als in de uitspraak op bezwaar als in de beroepsfase vergelijkingswoningen genoemd. Daarmee moet X in staat worden geacht de WOZ-waarde te controleren. Verder oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met een nabijgelegen UMTS-mast door voor de ligging in zijn matrix een factor 3 in plaats van 4 te hanteren. Ook heeft de heffingsambtenaar voldoende rekening gehouden met de ongunstige indeling van de woning en de verkeersoverlast. Bij dat laatste neemt het hof in aanmerking dat een referentiewoning in gelijke mate te maken heeft met dit verkeer. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 16 oktober