Rechtbank Gelderland oordeelt dat zowel X als de inspecteur de step-upwaarde van de grond niet aannemelijk maakt. X hanteert een te hoge, onzakelijk, prijs, en de inspecteur houdt er geen rekening mee dat sprake is van ‘buurmans grond’. De waarde wordt in goede justitie vastgesteld.

X houdt indirect 80% van de aandelen in een autobedrijf. Op 31 december 2012 koopt X het perceel dat naast zijn bedrijfsperceel is gelegen voor € 560.000 van zijn ouders. Hij verhuurt het perceel aan zijn onderneming. Bij de bepaling van het TBS-resultaat in verband met de verhuur, hanteert X een step-upwaarde van € 571.200 (€ 560.000 + € 11.200 overdrachtsbelasting). De inspecteur is van mening dat aan het perceel slechts een waarde van € 155.000 kan worden toegekend en legt IB-navorderingsaanslagen op aan X.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat zowel X als de inspecteur de step-upwaarde niet aannemelijk maakt. X hanteert een te hoge, onzakelijk, prijs, die het gevolg is van een familietransactie (packagedeal). Ook zijn de door de taxateur van X gebruikte referenties niet goed bruikbaar. De referenties zijn of te ver van de waardepeildatum tot stand gekomen, of zijn inclusief een bedrag aan (plan)schadevergoeding, of onderbouwen een aanzienlijk lagere waarde. De inspecteur heeft aan de andere kant weer te weinig rekening gehouden met het feit dat X ‘buurmans grond’ heeft kunnen kopen. De rechtbank stelt de step-upwaarde in goede justitie vast op € 300.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.94

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 13 juni

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen