Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inhaalbeschikkingen in verband met negatief buitenlands inkomen tijdig zijn opgelegd door de inspecteur.

X is woonachtig in Nederland en geniet inkomen uit een bedrijf buiten Nederland. Tot het jaar 2015 zijn de inkomsten uit het bedrijf negatief. Vanaf 2016 wordt er winst gemaakt. Voor het jaar 2015 legt de inspecteur enige tijd na de aanslag inkomstenbelasting een inhaalbeschikking op voor het buitenlandse inkomen uit het bedrijf. X is van mening dat nu de inhaalbeschikkingen later zijn opgelegd door de inspecteur dan de aanslagen inkomstenbelasting, de inhaalbeschikkingen niet rechtsgeldig zijn.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inhaalbeschikkingen tijdig zijn opgelegd door de inspecteur. Uit het arrest van de Hoge Raad van 27 januari 2006, nr. 41 744, V-N 2006/11.3 volgt dat het niet gelijktijdig opleggen van de aanslag en de inhaalbeschikking niet afdoet aan de geldigheid van de beschikking. Het feit dat de zaak bij de Hoge Raad ziet op de voorloper van het huidige besluit doet hier niet aan af, nu de tekst van het besluit niet afwijkt. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 13 juni

79

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen