Eiseres, X bv, drijft een onderneming. Zij heeft een poort met daarop een reclameobject bestaande uit een groot geel bord (oppervlakte 3 m²) met daarop de naam van het bedrijf (afmetingen 78 x 11 cm), een overzicht van bedrijfsinformatie (100 x 42 cm) en een sticker met de mededeling ‘cameratoezicht bewaakt terrein' (50 x 23 cm). In geschil is of X terecht een aanslag reclamebelasting voor dit bord heeft gekregen.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat het bord met daarop de bedrijfsnaam van X bv en een sticker met openingstijden en telefoonnummer moet worden aangemerkt als openbare aankondiging. De stelling van X bv dat alleen het bordje met daarop de bedrijfsnaam reclamedoeleinden heeft, is volgens de rechtbank onjuist. Op grond van vaste jurisprudentie moet onder het begrip ‘openbare aankondiging' niet slechts worden verstaan reclame in enge zin maar meer in het algemeen elke tot het publiek gerichte mededeling van commerciële dan wel ideële aard waarmee de aandacht wordt getrokken voor een dienst, een product of een boodschap. Voor de vraag of een opschrift al dan niet als een openbare aankondiging moet worden aangemerkt is dan ook niet van belang wat de achterliggende gedachte bij het gebruik van een opschrift is. Of met het opschrift al dan niet wordt beoogd reclame te maken is niet relevant. Alle tot het publiek gerichte mededelingen die erop zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken dienen als openbare aankondiging te worden aangemerkt (vgl. Hoge Raad 30 maart 2007, nr. 42 353, V-N 2007/18.29). De gemeente heeft de aanslag terecht en naar de juiste grondslag (nl.: oppervlakte) opgelegd.