Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur met de nieuw ingebrachte stukken ruimschoots voldoende gedocumenteerd heeft onderbouwd dat de heer X als ondernemer zogenaamde 'nummerverwervingen' heeft verricht.

Belanghebbende, de heer X, schrijft zich begin 2012 in bij de Kamer van Koophandel. In oktober 2012 schrijft X zich weer uit. In Duitsland doet S GmbH opgaaf van intracommunautaire leveringen aan X in de periode van 1 januari 2012 tot 1 oktober 2012 voor in totaal € 713.347. Aangezien X geen intracommunautaire verwervingen heeft aangegeven, vraagt de inspecteur informatie op bij S GmbH. Deze overlegt diverse stukken, waaronder een kopie van het paspoort van X, de aan X gerichte bevestigingsbrief van de Belastingdienst inzake zijn btw-identificatienummer, alsmede kwitanties met het firmastempel van X waaruit blijkt dat contant is betaald. In geschil is of de inspecteur terecht een btw-naheffing heeft opgelegd van € 149.089 en een boete van 50%. Volgens Rechtbank Den Haag kan X geen goede verklaring kan geven hoe S GmbH aan zijn stukken is gekomen, zodat aannemelijk is dat hij wel bij de leveringen betrokken is geweest. De naheffing is echter onterecht. X heeft namelijk geen voorbelasting afgetrokken. Bovendien is de kwaliteit van de stukken zo slecht dat niet kan worden uitgesloten dat het vervalsingen zijn. Zo staat een handtekening van X in een rechthoekig wit vlak, dat deels de lijnen van het formulier lijkt af te dekken. Het feit dat de handtekeningen lijken op die van X, zegt niks over de echtheid. De inspecteur stelt in hoger beroep dat de boete vervalt en dat de naheffing wordt verminderd tot € 20.000.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur met de nieuw ingebrachte stukken ruimschoots voldoende gedocumenteerd heeft onderbouwd dat X als ondernemer zogenaamde 'nummerverwervingen' heeft verricht. Dit geldt met name voor de ambtsedige verklaring over de echtheid van de handtekeningen. X heeft als btw-ondernemer niet aan zijn administratieverplichtingen voldaan en heeft ten onrechte geen aangifte gedaan. De naheffing van € 20.000 is - mede gelet op de door de inspecteur betrachte coulance - zeker niet te hoog. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 30

Wet op de omzetbelasting 1968 17b

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 18 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen