Mevrouw X dient in juli 2010 elektronisch haar ib/pvv-aangifte over 2007 in. Volgens de aangifte heeft X een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.396. In september 2010 wordt echter een ambtshalve aanslag opgelegd met een belastbaar inkomen van € 5.000. In geschil zijn de in oktober 2010 conform de aangifte opgelegde navorderingsaanslagen ib/pvv en premie zorgverzekeringswet.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de primitieve aanslagen niet het gevolg waren van een onjuist inzicht in de feiten of het recht. De te lage aanslagen mogen door navordering worden gecorrigeerd, aangezien niet in geschil is dat de nagevorderde belasting minimaal 30% is van de wettelijk verschuldigde belasting en dat de fout aldus kenbaar was. Na bezwaar is de ib/ppv-navorderingsaanslag alsnog verminderd door het in aanmerking nemen van de (aanvullende) combinatiekorting. Met betrekking tot de bezwaarkostenvergoeding heeft de inspecteur aan dit onderdeel terecht een zeer licht gewicht toegekend, zijnde de wegingsfactor 0,25. De beroepen van X zijn ongegrond.