De bevoorschotting van subsidies voor het prijsplafond op energie kwalificeert niet als een vooruitbetaling. Dit staat in een nieuw besluit over het tijdstip van verschuldigdheid van BTW en energiebelasting ten aanzien van de bevoorschotting van subsidies voor het prijsplafond op energie.

Op het tijdstip dat energieleveranciers de bevoorschotting van de subsidies van RVO ontvangen, is de BTW daarover nog niet verschuldigd. Energieleveranciers zijn de BTW ter zake van de door hen aan individuele verbruikers verrichte leveringen van energie niet eerder verschuldigd dan op het tijdstip van de uitreiking van een (voorschot)factuur. Dit geldt dus ook voor de verschuldigde BTW die over de subsidiebedragen wordt berekend om de energieprijzen te laten voldoen aan het prijsplafond. De subsidie is onderdeel van de vergoeding voor de belaste levering van energie.

Voor het afdrachtsmoment van energiebelasting kunnen energieleveranciers aansluiten bij de heffing van omzetbelasting. Dit betekent dat de energiebelasting ter zake van de door hen aan individuele verbruikers verrichte leveringen van energie niet eerder verschuldigd is dan op het tijdstip van de uitreiking van een (voorschot)factuur. De bevoorschotting voor het prijsplafond vanuit RVO kwalificeert niet als een voorschotbedrag.

Het besluit treedt op 1 januari 2023 in werking.

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 56

Wet op de omzetbelasting 1968 13

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Milieuheffingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

16

Gerelateerde artikelen