De Staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij ingaat op gesprekken die hij heeft gevoerd met de kinderopvangsector over de voorwaarden voor de uitzondering op het principe van één bankrekeningnummer.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 12 juli 2013, nr. DGB/2013/3430 U  

De Staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij ingaat op gesprekken die hij heeft gevoerd met de kinderopvangsector over de voorwaarden voor de uitzondering op het principe van één bankrekeningnummer. Uitgangspunt is dat uitbetalingen door de Belastingdienst, zowel in de toeslagensfeer als in de belastingsfeer, uitsluitend worden gedaan op één en hetzelfde bankrekeningnummer. In de wet is een delegatiebepaling opgenomen die het mogelijk maakt om af te wijken van het verplicht gebruik van één bankrekeningnummer. Een belangrijke voorwaarde die hieraan verbonden is, is de hoofdelijke aansprakelijkheid voor terugvorderingen die samenhangen met de ontvangen toeslagen. Nu is in gezamenlijk overleg vastgesteld onder welke voorwaarden kinderopvanginstellingen de ‘partnerschapsovereenkomst één rekeningnummer' (POBR1) kunnen aangaan met de Belastingdienst. Kinderopvanginstellingen die deze overeenkomst aangaan met de Belastingdienst blijven de mogelijkheid houden om de kinderopvangtoeslag uitbetaald te krijgen op hun bankrekening. Ze zijn, afgezien van situaties waarin sprake is van verwijtbaar handelen, gevrijwaard van de hoofdelijke aansprakelijkheid indien blijkt dat ten onrechte kinderopvangtoeslag is uitbetaald. Naast het voldoen aan de overeengekomen voorwaarden moet de kinderopvanginstelling een verklaring overleggen van een onafhankelijke registeraccountant of accountant-administratieconsulent waarin die verklaart dat ook aan andere voorwaarden wordt voldaan.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 16 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen