De Hoge Raad oordeelt dat het beleid van de Belastingdienst om geen navorderingsaanslagen op te leggen voor bedragen onder de € 450, betekent dat een navorderingsaanslag ook moet worden verminderd als pas na de aanslagoplegging blijkt dat de na te vorderen belasting niet meer is dan € 450.
X is het niet eens met navorderingsaanslagen IB/PVV 2014 en 2015. X beroept zich op beleid van de Belastingdienst op grond waarvan navorderingsaanslagen van minder dan € 450 niet worden opgelegd. De aanslagen van X waren hoger, maar zijn na bezwaar verminderd tot bedragen onder de € 450. Hof Den Haag oordeelt dat X zich niet op het correctiebeleid kan beroepen.
De Hoge Raad oordeelt dat het beleid van de Belastingdienst om geen navorderingsaanslagen op te leggen voor bedragen onder de € 450, betekent dat een navorderingsaanslag ook moet worden verminderd als pas na de aanslagoplegging blijkt dat de na te vorderen belasting niet meer is dan € 450. De Hoge Raad leest in de notitie van de Belastingdienst twee redenen waarom bij bedragen minder dan € 450 niet wordt nagevorderd. In de eerste plaats het perspectief van een doelmatige belastingheffing door de inspecteur en in de tweede plaats dat van daaraan meewerkend gedrag van belastingplichtigen. In dit licht brengt een redelijke uitleg mee dat er geen aanleiding is verschil te maken tussen het geval waarin de inspecteur een navorderingsaanslag van niet meer dan € 450 oplegt en het geval waarin een navorderingsaanslag door aanwending van een rechtsmiddel wordt verlaagd tot een bedrag van niet meer dan € 450. Het hof heeft het beleid van de Belastingdienst te beperkt uitgelegd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 29 juni
Carrousel: Carrousel