Hof Arnhem oordeelt in verzet dat het hoger beroep van X terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet voldoen van het verschuldigde griffierecht. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen de (ongedateerde) uitspraak van Rechtbank Arnhem met nummer AWB 11/351. Hof Arnhem verklaart het hoger beroep na een vereenvoudigde behandeling niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht door X. Tegen deze uitspraak gaat X in verzet.Hof Arnhem (MK III, 6 maart 2012, 11/00554) oordeelt in verzet dat het hoger beroep van X terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet voldoen van het verschuldigde griffierecht. Het hof verwerpt het aanbod van X om het griffierecht alsnog te betalen, aangezien de wet dit niet toestaat. X heeft verzocht om vermindering van het griffierecht, maar het hof heeft dit verzoek terecht afgewezen omdat de wet deze mogelijkheid niet kent. Dit is volgens de Hoge Raad niet in strijd met art. 6 EVRM (HR 23 juni 2006, nr. 42 301, BNB 2006/294). Hetgeen X in verzet aanvoert over de vergissing die hij heeft gemaakt en die is veroorzaakt door een andere procedure die bij het hof aanhangig is, is onvoldoende om te oordelen dat X voor het niet voldoen van het griffierecht niet in verzuim is geweest. Het hof wijst er in dit verband op dat X uiterlijk op 28 oktober 2011 het griffierecht moest betalen en dat het hof in de andere procedure pas op 24 november 2011 een uiterste betaaldatum van 27 december 2011 heeft genoemd. Het verzet van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 7 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen