Rechtbank Gelderland vernietigt en vermindert de aan een beeldend kunstenaar, die zijn adviseur niet controleerde, opgelegde vergrijpboeten.

Belanghebbende, X, werkt als beeldend kunstenaar. In zijn aangiften IB/PVV geeft hij de negatieve resultaten uit die activiteiten aan als winst uit onderneming. Naar aanleiding van een boekenonderzoek concludeert de inspecteur dat er, gezien de structurele verliezen, geen sprake is van een bron van inkomen. X spreekt begin 2013 met de Belastingdienst af voortaan geen verliezen meer in aanmerking te nemen in zijn aangiften IB/PVV. De voormalig adviseur van X geeft geen uitvoering aan het compromis en trekt de verliezen over de jaren 2013, 2014 en 2015 af bij de post resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur vordert de negatieve resultaten uit overige werkzaamheden na en legt de in geschil zijnde vergrijpboeten van 50% op.

Volgens Rechtbank Gelderland kan X voor het jaar 2013 geen opzet of grove schuld worden verweten. X mocht afgaan op de deskundigheid van zijn adviseur en ervan uitgaan dat deze op de hoogte was van het compromis. X hoefde niet te controleren of de adviseur in overeenstemming met het compromis aangifte deed.  Voor de jaren 2014 en 2015 ligt dit anders. X had, gelet op de belastingteruggaven over 2013 en 2014, moeten begrijpen dat de aangifte 2013 verkeerd was gedaan en zijn adviseur om opheldering moeten vragen. Er is sprake van een ernstige aan opzet grenzende nalatigheid. De rechtbank vernietigt de vergrijpboete 2013 en vermindert de vergrijpboeten 2014 en 2015 naar 25%.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 29 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen