Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het verkochte deel van het bouwterrein voor belastingjaar 2017 nog wel behoort tot het WOZ-object.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een bouwterrein van circa 585 m² dat hij op 6 oktober 2016 heeft gekocht voor € 455.000. Een deel van het bouwterrein van 114 m² verkoopt X op 19 november 2016 voor € 88.692. De levering hiervan vindt plaats op 9 januari 2017.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het verkochte deel van het bouwterrein voor belastingjaar 2017 nog wel behoort tot het WOZ-object. Op 1 januari 2017 was X (nog) eigenaar van de onroerende zaak met een perceeloppervlakte van 585 m². Het deel van 114 m² is pas op 9 januari 2017 geleverd aan de koper daarvan. Dat het volgens X de bedoeling was de levering op 7 december 2016 te laten plaatsvinden, is niet relevant nu de eigendomsverhouding aan het begin van het belastingjaar in beginsel leidend is. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij het verkochte deel op 1 januari 2017 niet meer mocht gebruiken. Dit deel kan dus niet van het totaal wordt afgesplitst als afzonderlijk WOZ-object. De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van het perceel van € 455.000 niet te hoog is en verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Wet waardering onroerende zaken 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 21 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen