Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een individuele buitensporige last.

Belanghebbende, X, is inhoudingsplichtig voor de loonheffingen. X doet aangiften loonheffingen van aanzienlijk bedragen aan crisisheffing 2013 en 2014. Zij heeft deze bedragen ook op aangifte afgedragen.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een individuele buitensporige last. X heeft aannemelijk gemaakt dat in vergelijking met andere inhoudingsplichtigen die ook door de crisisheffing zijn geraakt de last van de crisisheffing zich in haar geval sterker laat voelen dan in het algemeen. Het hof is echter van oordeel dat de last voor X niet als buitensporig kan worden gekwalificeerd. Daarvoor is het effect van de belastingmaatregel op de totale financiële situatie van X van belang, en dat effect is te beperkt. In dit verband houdt het hof rekening met het gegeven dat de crisisheffing, in beginsel, een eenmalige heffing betreft. Gezien de door X in de jaren 2013 en 2014 behaalde nettoresultaten, de hoogte van haar eigen vermogen en het effect van de crisisheffing van € 1.965.490, zijnde een stijging van de totale loonsom met ca. 13%, kan niet worden gesproken van een last die X buitensporig raakt.

Lees ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 21 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen