Belanghebbende, X, is eigenaar van een bedrijfswoning, een bedrijfsruimte met kantoor en een bedrijfsruimte met werkplaats gelegen in de gemeente IJsselstein. In geschil zijn de WOZ-waarden van deze drie panden voor het belastingjaar 2009 (waardepeildatum 1 januari 2008). Rechtbank Utrecht heeft de waarde van de bedrijfswoning verlaagd van € 575.000 tot € 520.000, de waarde van de bedrijfsruimte met kantoor verlaagd van € 322.000 (na bezwaar) tot € 317.000 en de waarde van de werkplaats gehandhaafd.

Hof Arnhem oordeelt dat de rechtbank de WOZ-waarde van de bedrijfswoning heeft vastgesteld op € 520.000. De heffingsambtenaar noch X zijn erin geslaagd om de door hen bepleite waarde voor de bedrijfswoning aannemelijk te maken. Ook voor de gronden bij de twee bedrijfsruimtes geldt dat zowel de heffingsambtenaar als X niet slagen in de bewijslast. De heffingsambtenaar baseert zijn grondprijs op een grondtransactie, maar maakt niet aannemelijk hoe de prijs per m² van de grondtransactie zich verhoudt tot de prijzen die de gemeente hanteert voor de twee werkplaatsen. X baseert zich op de eenheidsprijzen voor agrarisch erf/bouwblok uit de taxatiewijzer grond bij agrarische objecten. Deze vergelijking is echter niet juist omdat op de grond van X ook andere dan agrarische bedrijvigheid is toegestaan. Het hof verlaagt de WOZ-waarde van de bedrijfsruimte met kantoor naar € 202.000 en de bedrijfsruimte met werkplaats tot naar € 140.000.

Lees ook het thema over de WOZ.

[Bron Uitspraak]