Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X de aan B bv verstrekte leningen niet kan afwaarderen ten laste van haar winst. X maakt niet aannemelijk dat het verstrekken van een geldlening past binnen het kader van de normale bedrijfsuitoefening van haar eenmanszaak.

Belanghebbende, X, drijft een eenmanszaak die werkzaamheden verricht op het gebied van educatie met betrekking tot (serious) games bij onderwijsinstellingen. B bv ontwikkelt entertainment games. Naar aanleiding van een ontmoeting met de dga van B bv, besluiten X en B bv om een project te starten waarbij B bv een afdeling zal opzetten die betrekking heeft op serious games/applied games, gericht op zowel zorg als onderwijs. In het kader van dit project verstrekt X vanaf 2008 leningen aan B bv. X rekent deze leningen tot haar ondernemingsvermogen. In 2012 wil X deze lening, die inmiddels is opgelopen tot € 327.000, afwaarderen ten laste van haar winst.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X de aan B bv verstrekte leningen niet kan afwaarderen ten laste van haar winst. Volgens de rechtbank maakt X niet aannemelijk dat het verstrekken van een geldlening past binnen het kader van de normale bedrijfsuitoefening van haar eenmanszaak. Verder maakt zij ook niet aannemelijk dat de activiteiten van B bv verband houden met haar ondernemingsactiviteiten. De rechtbank overweegt daarbij dat B bv ontwikkelingsactiviteiten verricht op het gebied van entertainment games, terwijl X zich bezighoudt met de ontwikkeling van serious games in het kader van educatie. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen