Belanghebbende, X, wordt in bezwaar, beroep en hoger beroep tegen de WOZ-waarde van zijn woning vertegenwoordigd door een gemachtigde. In de bezwaarfase geeft de gemachtigde opdracht om de woning te taxeren en een taxatierapport op te stellen. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam volgt in bezwaar de waarde uit het taxatierapport en verlaagt de WOZ-waarde van € 1.007.000 naar € 870.000. In geschil is de hoogte van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Voor deskundigenbijstand heeft de gemeente een vergoeding toegekend van € 162,44 (4 uur x € 40,61). Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep van X ongegrond.
Hof Amsterdam acht zowel het aantal door X gedeclareerde uren (3,5) als het door de deskundige gehanteerde uurtarief van € 78,50 exclusief btw redelijk. Het hof merkt nog op dat het X vrijstond om een kantoor ‘in het zuiden van het land' als gemachtigde te vragen. Eventueel kan dit reden zijn om de vergoeding voor deskundigenbijstand te matigen (het aantal uren), maar hiertoe bestaat in dit geval waar slechts 3,5 uur zijn gedeclareerd geen aanleiding. Het hof wijst de door X geclaimde proceskostenvergoeding toe en verklaart het hoger beroep van X gegrond. Nu in beroep en hoger beroep alleen nog de hoogte van de proceskostenvergoeding ter discussie stond, kan voor het bepalen van de kosten van rechtsbijstand in beroep en hoger beroep worden volstaan met een wegingsfactor 0,5 (lichte zaak).