In de nota naar aanleiding van het verslag gaat de staatssecretaris nader in op diverse onderdelen van het wetsvoorstel. Over het afschaffen van de mogelijkheid tot jaarbetaling MRB merkt de staatssecretaris op dat slechts 4% van de MRB-plichtigen gebruik maakt van de mogelijkheid tot jaarbetaling. Gezien dit geringe percentage kan deze uitzondering op het standaardproces in het ontwerp van het nieuwe MRB-systeem buiten beschouwing worden gelaten en kunnen ontwikkelings- en onderhoudskosten worden bespaard.
De nota van wijziging regelt o.a. het vervallen van de voor de Wet WOZ voorgestelde maatregel voor het in de bezwaarfase verplicht horen van alle belanghebbenden. De staatssecretaris streeft ernaar komend jaar met een nieuw voorstel te komen dat rekening houdt met alle aspecten die spelen bij tegengestelde belangen ten aanzien van de WOZ-waarde. Dit naar aanleiding van vragen van de leden van de fractie van de SGP en de opmerkingen van de NOB.
De staatssecretaris trekt ook de voorgestelde aanpassing van de voorwaarde voor toepassing van het verlaagde btw-tarief op de levering van geneesmiddelen in. Hij heeft namelijk inmiddels geconstateerd dat voor de levering van bepaalde producten die niet aan de vergunningsvoorwaarde van de Geneesmiddelenwet voldoen, toch het verlaagde tarief van toepassing is omdat ze als geneesmiddel worden aangemerkt. Momenteel wordt nader onderzoek gedaan naar dit soort gevallen.
[Nieuwsbron][Nieuwsbron][Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2015
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën