De Britse fiscus en Volkswagen Financial Services (UK) Ltd hebben een verschil van mening over het recht van VW op aftrek van de btw die VW heeft betaald over de goederen en diensten die zijn gebruikt voor haar leasetransacties. In het Verenigd Koninkrijk worden leasetransacties namelijk als twee onderscheiden handelingen behandeld, waarbij de ene handeling de belaste levering van een voertuig is en de andere een vrijgestelde kredietverlening. VW brengt de btw die drukt op de verwerving van voertuigen volledig in aftrek op de btw die zij bij haar klanten in rekening brengt. VW en de Britse fiscus zijn het niet eens over het recht op aftrek van de voorbelasting over de verschillende algemene kosten van VW, voor zover de goederen en diensten die deze kosten voortbrengen, zijn gebruikt voor de leveringen van voertuigen. De Britse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de algemene kosten bij leasetransacties voor de toepassing van de btw moeten worden beschouwd als een bestanddeel van de prijs van deze terbeschikkingstelling. Dit geldt volgens het Hof van Justitie EU ook wanneer deze kosten worden doorberekend in het rentebedrag dat is verschuldigd op grond van het (vrijgestelde) ‘financieringsgedeelte’ van de transactie. Niet vereist is dus dat deze kosten worden doorberekend in het bedrag dat door de klant is verschuldigd voor de terbeschikkingstelling van het betrokken goed. Verder merkt het Hof van Justitie EU nog op dat de lidstaten geen toerekeningsmethode mogen toepassen die geen rekening houdt met de oorspronkelijke waarde van het betrokken goed bij de levering ervan. Deze methode kan namelijk niet een nauwkeuriger toerekening waarborgen dan die welke het resultaat zou zijn van de toepassing van de verdeelsleutel op basis van de omzet.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 19 oktober