Rechtbank Zeeland-West Brabant oordeelt dat de Belastingdienst terecht een correctie privégebruik auto heeft opgelegd. De kilometerregistratie heeft onverklaarbare gaten. Voor het bestaan van een door X gestelde afwijkende afspraak zijn onvoldoende bewijzen.
Een werknemer en bestuurder van inhoudingsplichtige, X, heeft vanaf december 2013 tot oktober 2016 een auto ter beschikking. X houdt geen rekening met een bijtelling wegens privégebruik en voert hiervoor een (achteraf door een medewerker opgestelde) rittenregistratie. Deze rittenregistratie vertoont gebreken. Zo sluiten kilometerstanden niet aan met kilometeropnames door de garages en kan de zakelijkheid van diverse ritten naar België, waar de werknemer van X een vakantiewoning heeft, niet aannemelijk gemaakt worden.
Een collega van de gemachtigde schrijft aan de Belastingdienst dat er een afspraak gemaakt is dat de kwaliteit van de kilometerregistratie bepaalt of correctie over de jaren 2013 tot en met 2016 moet plaatsvinden. Deze afspraak wordt uitsluitend onderbouwd aan de hand van een e-mail door de gemachtigde. De Belastingdienst ontkent het bestaan van een dergelijke afspraak.
Rechtbank Zeeland-West Brabant oordeelt dat een achteraf opgestelde rittenregistratie die diverse gaten en onverklaarbaarheden bevat onvoldoende is als bewijs voor minder dan 500 privékilometers per jaar. Een beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet nu de afspraak waar X zich op beroept uitsluitend volgt uit een e-mail van een collega van de gemachtigde van X. Het bestaan van deze afspraak is niet voldoende komen vast te staan.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 3 januari