Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de heer X heeft nagelaten een vergoedingenoverzicht van zijn verzekeraar te overleggen, zodat niet aannemelijk is dat de uitgaven voor fysiotherapie op hem hebben gedrukt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heer X claimt in zijn IB-aangifte over 2013 aftrek van specifieke zorgkosten, zoals hulpmiddelen, genees- en heelkundige hulp en reiskosten. Volgens X zijn de originele bewijsstukken naar de inspecteur gestuurd, die daar op het kantoor in het ongerede zijn geraakt. Rechtbank Noord-Holland staat de aftrek slechts toe voor de vervoerskosten van en naar het ziekenhuis voor doktersbezoeken. X stelt in hoger beroep onder meer dat niet-vergoede uitgaven voor fysiotherapie contant zijn betaald. Volgens de inspecteur leed X aan een chronische aandoening zodat alle behandelingen zijn vergoed door de verzekeraar. Het maximum aantal behandelingen geldt namelijk per indicatie.

Hof Amsterdam (V-N 2019/9.1.2) oordeelt dat X heeft nagelaten een vergoedingenoverzicht van zijn verzekeraar te overleggen, zodat niet aannemelijk is dat de uitgaven voor fysiotherapie op hem hebben gedrukt. De stelling van X dat zijn minderjarige zoon door een psychiater zou zijn behandeld en dat die kosten ook contant zijn betaald, is evenmin met stukken ondersteund. X stelt vergeefs dat de psychiater inmiddels is gestopt met de praktijk. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 17 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen