De vergrijpboete die de Belastingdienst oplegt aan een medepleger is niet mals, zo blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Gelderland. Daaruit valt heel wat op te maken, aldus Diana Jansen. "Voor zover ik weet is dit de eerste uitspraak over de medeplegersboete en een ding is zeker: belastingadviseurs, notarissen, fiscaal advocaten en accountants hoeven niet te rekenen op een voorkeursbehandeling."
Medeplegersboete
Sinds de invoering van de vierde tranche Awb per 1 juli 2009 heeft de Belastingdienst de mogelijkheid een vergrijpboete op te leggen aan de medepleger. Deze medeplegersboete kent in zijn relatief korte bestaan nog een onbetreden fiscaal rechterlijk pad. Dat wordt nu doorbroken met de
uitspraak van Rechtbank Gelderland over de vergrijpboete opgelegd aan een notaris voor zijn rol als medepleger bij het opzettelijk onterecht terugvragen van overdrachtsbelasting. Dat het de Belastingdienst menens is met de medeplegersboete blijkt uit de hoogte van de opgelegde vergrijpboete. Die is door strafverzwarende omstandigheden als listigheid en samenspanning maar liefst 100%.
De feiten bepalen
Het is aan de belastinginspecteur te bewijzen dat sprake is van medeplegen. Uit de strafrechtelijke jurisprudentie volgt dat voor medeplegen sprake moet zijn van nauwe en bewuste samenwerking. Jansen, advocaat-belastingkundige bij Flexadvocaten, geeft aan dat de rechtbank die lijn van 'nauwe en bewuste samenwerking' terecht doortrekt naar het fiscale boeterecht. "Voor de medeplegersboete gelden immers deze criteria ook. Uit de uitspraak van de rechtbank volgt dat de beboetbaarheid heel feitelijk moet worden bepaald, oftewel het hangt af van de feiten en omstandigheden die de inspecteur stelt om aan te tonen dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen pleger en medepleger. Je voldoet sneller dan je denkt aan die criteria want regelmatig onderling overleg is voor die beoordeling van belang."
Listigheid en samenspanning
De strafverzwarende omstandigheid van listigheid en samenspanning met de pleger, waardoor de vergrijpboete voor medeplegen niet 50% maar 100% is, komt wat Jansen betreft een beetje uit de lucht vallen. "De rechtbank gaat daar iets te snel mee met de inspecteur, door in één zin te oordelen dat uit het feitencomplex volgt dat sprake is geweest van samenspanning. Dit lijkt me wat kort door de bocht. De rechtbank had dit beter kunnen motiveren. Bovendien blijkt uit de jurisprudentie dat de gronden ‘listigheid en samenspanning' niet snel worden gehonoreerd. Zo heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden in de procedure van de pleger in deze zaak, geoordeeld dat er geen sprake is geweest van listigheid en samenspanning."
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Net als de inspecteur vindt de rechtbank dat een voorbeeldfunctie een strafverzwarende omstandigheid kan vormen. Jansen: "De rechtbank maakt hiermee duidelijk hoe zwaar de maatschappelijke verantwoordelijkheid weegt. De fiscale praktijk zal moeten beseffen dat men gezien de positie en rol in de samenleving bij medeplegen harder zal worden gestraft dan iemand zonder publieke functie en met minder maatschappelijke verantwoordelijkheid. Van een voorkeursbehandeling is allerminst sprake."
Gewaarschuwd mens telt voor twee
De rechtbank matigt nog wel de boete met 50% omdat de notaris in kwestie niet zelf het financiële voordeel (de onterecht teruggevraagde overdrachtsbelasting) heeft genoten en met 15% vanwege termijnoverschrijding. Ook uit de boetematiging is volgens Jansen een belangrijke boodschap voor de praktijk te halen. "Te vaak wordt gedacht dat als er geen direct financieel voordeel is voor de medepleger, zijn boete lager zal zijn dan de boete van de pleger. Die vlieger gaat niet op. De boete van de notaris in kwestie is bepaald niet lager dan de boete die de belastingplichtige heeft gekregen. De medeplegende belastingadviseur, accountant, fiscaal advocaat enzovoort zal er rekening mee moeten houden dat hij of zij waarschijnlijk minimaal net zo hard zal worden gestraft als zijn cliënt. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, want als deze uitspraak leidend wordt, is de gevarenzone dichterbij dan gedacht en zit je al snel in de risicosfeer ondanks dat een direct financieel voordeel ontbreekt."
Bron: Redacteur Marit Muller
11