De tuchtmaatregelen die de accountantskamer heeft opgelegd aan twee accountants van PPX NL blijven in stand. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in hoger beroep beslist.
PPX NL was onderdeel van een groep van drie vennootschappen die zich toelegden op de verkoop van papier, verpakkingsmateriaal en grafische producten. Deze vennootschappen zijn in 2015 failliet verklaard. De twee accountants hadden de geconsolideerde jaarrekeningen van PPX NL over verschillende boekjaren goedgekeurd. Hierover dienden de curatoren van PaperlinX bv, een dochter van PPX NL, een klacht in.
Zij verweten beide accountants dat zij een securitisatieprogramma in verband met de overdracht van handelsvorderingen onjuist in de jaarrekeningen hadden verantwoord. Het CBb oordeelt met de accountantskamer dat dit verwijt terecht is. Eén van de accountants heeft daarom terecht een waarschuwing gekregen.
Het verwijt van de curatoren dat de andere accountant daarnaast niet had mogen weigeren om mee te werken aan hun faillissementsonderzoek is volgens het CBb ook terecht. Van deze accountant had, aldus het CBb, mogen worden verwacht dat hij zich bereid had verklaard om het gesprek met de curatoren aan te gaan. Vervolgens had hij, als tegengestelde belangen daartoe aanleiding hadden gegeven, alsnog terughoudendheid, kunnen betrachten.
Vanwege deze extra tekortkoming heeft de accountantskamer deze accountant terecht de zwaardere maatregel van berisping opgelegd.
Deze uitspraak met nummer ECLI:NL:CBB:2023:44 is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.
Bron: CBb
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Jaarrekening, Kantoren