Nadat een bv niet had voldaan aan een last onder dwangsom van 50.000 euro heeft de gemeente Aalsmeer een nieuwe last onder dwangsom opgelegd van 100.000 euro. Deze was niet disproportioneel en onevenredig, zo heeft Rechtbank Amsterdam bepaald.
De rechtbank redeneert dat de eerste dwangsom kennelijk een onvoldoende financiële prikkel vormde om de overtreding, de verbouwing van bedrijfspanden zonder vergunning en daarna verhuur ervan voor arbeidsmigranten in strijd met het bestemmingsplan, te beëindigen.
De rechtbank vindt daarom dat een hogere dwangsom in de rede ligt, omdat een dwangsom ten doel heeft een eind te maken aan een overtreding. Dat de dwangsom tot onomkeerbare gevolgen leidt voor de bv en disproportioneel en onevenredig is, is niet onderbouwd.
De uitspraak heeft nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:5248.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Ondernemingsrecht