De Hoge Raad is niet bevoegd om te oordelen over een schadevergoeding aan Nederlandse aandeelhouders van British Petroleum (BP). De aandeelhouders willen compensatie vanwege misleidende informatie die het olie- en gasbedrijf zou hebben verstrekt rond de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico in april 2010. Maar daar gaat de Hoge Raad niet over, stelt de hoogste Europese rechter.

De koers van BP-aandelen daalde na de explosie en de daaropvolgende olieramp met meer dan 48 procent. Volgens de Nederlandse aandeelhouders gaf BP onjuiste en onvolledige informatie over de veiligheids- en onderhoudsprogramma's vóór de explosie op het boorplatform en daarna misleidende informatie over de omvang van de olieramp.

De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) is teleurgesteld over de uitspraak. Directeur Paul Koster: "Het is voor Nederlandse en Europese beleggers van belang dat ze hun recht kunnen halen als ze gedupeerd worden door beursgenoteerde ondernemingen. De schade is door de beleggers op hun Nederlandse beleggingsrekening geleden en het Nederlandse rechtssysteem is bij uitstek geschikt daarover te oordelen. Voor de VEB waren er meer dan voldoende aanknopingspunten om in Nederland tegen BP te procederen."

De VEB startte in 2015 een zaak voor BP-compensatie, maar haalde eerst voor de rechtbank in Amsterdam bakzeil en daarna ook in hoger beroep omdat het om een Brits bedrijf gaat en de ramp in de VS plaatsvond. De Hoge Raad vroeg vervolgens aan het Europees hof om een oordeel.

Nu het arrest duidelijk maakt dat geen procedures tegen BP in Europa kunnen worden gevoerd, vreest Koster dat de VEB in Nederland ook niet kan procederen tegen Volkswagen waartegen de vereniging een zaak over de sjoemelsoftware in dieselauto's heeft aangespannen. Volgens Volkswagen is de Nederlandse rechter niet bevoegd om te oordelen in die zaak.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Ondernemingsrecht

6

Gerelateerde artikelen