"Wanneer er geen wereldwijde overeenkomst is, zullen wij als Europese Commissie komend jaar zowel een digitale belasting als een minimumbelasting voorstellen." Dat zei de Italiaanse commissaris van economie Paolo Gentiloni afgelopen zaterdag tijdens een bijeenkomst van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU in Berlijn.

De invoering van een digitale belasting die geldt voor alle EU-lidstaten worstelt al een tijdje met tegenvallers. De bal ligt momenteel bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die verantwoordelijk is voor een wereldwijde invoering.

De belasting is bedoeld voor grote Amerikaanse technologiebedrijven als Amazon of Google, die volgens critici met hun bedrijfsmodel te weinig belastingen betalen op individuele markten. De VS is daarom nogal terughoudend. Er wordt ook gesproken over een wereldwijde minimumbelasting, die de vlucht van grote bedrijven naar belastingparadijzen onaantrekkelijk zou moeten maken.

De Franse minister van Financiën Bruno Le Maire heeft vrijdag de druk op de VS en de andere EU-landen opgevoerd. Als er tegen het einde van het jaar geen internationale consensus wordt bereikt, zouden de Europese landen hun eigen belasting moeten invoeren in het eerste trimester van 2021, zei hij. Frankrijk heeft zelf al een digitale belasting ingevoerd, maar de daadwerkelijke inning opgeschort tot het einde van het jaar nadat de VS dreigde met strafheffingen. In Engeland, waar een dergelijke belasting wel is ingevoerd, hebben bedrijven als Apple en Google meteen hun zakelijke tarieven verhoogd.

De Duitse minister van Financiën Olaf Scholz is optimistisch over een mondiaal akkoord en blijft vertrouwen op een digitale belasting op OESO-niveau, zo schrijft het Duitse ICT-blad Heise

Bron: Heise

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht

9

Gerelateerde artikelen