De Staatssecretaris van Financiën heeft in september 2016 de voortgangsrapportage ‘'Heffing box 3 op basis van werkelijk rendement'' aan de Tweede Kamer aangeboden. Als vervolg daarop heeft de staatssecretaris onlangs het ‘Keuzedocument box 3' aan de Tweede Kamer aangeboden.
De destijds aangedragen varianten (vermogensaanwasbelasting, vermogenswinstbelasting, respectievelijk forfaitaire heffing over individuele vermogensmix) zijn nader geanalyseerd en tevens is onderzoek gedaan naar mogelijke aanpassingen binnen het forfaitaire systeem die aan de kritiek op de huidige box 3-heffing tegemoetkomen. De informatie kan volgens de staatssecretaris behulpzaam zijn bij het maken van een keuze door een nieuw kabinet voor een heffing over het inkomen uit vermogen die beter aansluit bij de werkelijk behaalde rendementen.
De huidige box 3-heffing (vermogensrendements)
In box 3 van de inkomstenbelasting wordt belasting geheven over het inkomen uit vermogen (bezittingen minus schulden). Daarbij wordt niet gekeken naar de werkelijke inkomsten (de werkelijk ontvangen rente of het werkelijk ontvangen dividend), maar werd tot 1 januari 2017 een forfaitair rendement van 4% van het vermogen in aanmerking genomen. Dit forfaitaire rendement is belast tegen 30%. Per 1 januari 2017 is de box 3–heffing aangepast en is het forfaitaire rendement afhankelijk geworden van het vermogen. Bij een hoger vermogen wordt een hoger forfaitair rendement in aanmerking genomen. Daarnaast is het heffingsvrije vermogen omhoog gegaan naar € 25.000.
Voortgangsrapportage van 20 september 2016
De voortgangsrapportage over de belastingheffing in box 3 die vorig jaar rondom Prinsjesdag werd gepubliceerd was een eerste verkenning of het mogelijk is een systeem te introduceren waarbij geheven wordt over een werkelijk rendement op vermogen. Ook is onderzocht onder welke voorwaarden en wanneer een dergelijk systeem zou kunnen worden ingevoerd. Per vermogensbestanddeel is gekeken wat de beste manier is om dit te belasten. In de voortgangsrapportage worden zowel de voor- als de nadelen geschetst. Vervolgens zijn op basis van deze uitkomsten drie varianten opgesteld
- Variant A: vermogensaanwasbelasting op alle vermogensbestanddelen waar voldoende informatie over is.
- Variant B: vermogenswinstbelasting waarbij de gerealiseerde waardestijgingen belast worden.
- Variant C: Jaarlijkse forfaitaire vaststelling. In deze variant wordt het rendement voor elke vermogenstitel over een belastingjaar achteraf forfaitair vastgesteld.
Voortgangsrapportage 9 juni 2017
De recent gepubliceerde voortgangsrapportage bevat extra informatie over een vermogensaanwas- en een vermogenswinstbelasting (varianten A en B) en over een forfaitaire heffing over de individuele vermogensmix (variant C). Daarnaast worden ook mogelijkheden besproken om binnen het (huidige) forfaitaire systeem tegemoet te komen aan de door burgers gepercipieerde onrechtvaardigheid (variant D).
De belangrijkste conclusie is volgens de onderzoekers dat gezien de complexiteit en de verregaande gevolgen voor burgers, financiële instellingen en de Belastingdienst de varianten A, B en C voor de uitvoering structureel problematisch zijn. De varianten sluiten wel beter aan bij de werkelijke rendementen. Dit zou voor belastingplichtigen de gevoelde onrechtvaardigheid, namelijk dat zij belast worden voor een niet genoten forfaitair rendement, kunnen wegnemen of reduceren. Hier staat tegenover dat de genoemde varianten gepaard gaan met een toename in complexiteit, een afname in handhavingsniveau, en nieuwe risico's op ontwijking en fraude.
Daarnaast wordt in de voortgangsrapportage tevens een aantal mogelijkheden besproken om binnen het huidige forfaitaire systeem aan de bezwaren tegemoet te komen (variant D) door beter aan te sluiten bij het werkelijke rendement. Deze variant heeft als voordeel dat de eenvoud van het systeem gewaarborgd blijft en de belastingopbrengsten relatief stabiel blijven. Bovendien zouden dergelijke wijzigingen op korte termijn kunnen worden doorgevoerd.
Het nieuwe kabinet zal uiteindelijk moeten beslissen of, wanneer en in welke vorm de box 3-heffing zal worden aangepast.
Bron: EY
0