Het arrest van 18 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1054, V-N 2023/37.12, dat betrekking heeft op de BOR geldt ook voor de toepassing van de DSR-ab. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang en de Kennisgroep successiewet.

In het arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij de toepassing van de BOR, tot het ondernemingsvermogen alleen vermogensbestanddelen worden gerekend die ten tijde van de verkrijging voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden. Het Pottenbakkersarrest (V-N 1997/3160, 14) geldt niet voor de toepassing van de BOR.

De kennisgroepen beantwoorden meerdere vragen over de gevolgen van het arrest van 18 augustus 2023. Zo heeft het arrest geen gevolgen voor de etikettering van keuzevermogen waarbij sprake is van gemengd gebruik. Het arrest geldt ook niet voor de toepassing van de BOR of de DSR-ab voor privévermogen. Het arrest heeft voor de BOR of de DSR-ab wel gevolgen als een vermogensbestanddeel op grond van de etiketteringsregels alleen vanwege een historisch verband, ondernemingsvermogen vormt voor de winstberekening.

Lees ook het thema De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.17c

Wet inkomstenbelasting 2001 4.17a

Successiewet 1956 35b

[Nieuwsbron]

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 29 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

546

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen