De familie Agnelli, de grootste aandeelhouder van de autogroep Stellantis, is met de Italiaanse belastingdienst tot een akkoord gekomen om bijna 1 miljard euro te betalen. De extra heffing heeft betrekking op een onderzoek van de Italiaanse fiscale autoriteiten naar de activiteiten van de holding Exor, die de zakelijke belangen van de familie Agnelli beheert.
De Italiaanse fiscus was een onderzoek gestart naar de fusie die de Italiaanse holding zes jaar geleden met zijn Nederlands dochterbedrijf, een nv, had doorgevoerd. Daarbij werd de zetel van de Italiaanse groep naar Nederland verplaatst. Het Italiaanse Exor SpA betaalt nu 746 miljoen euro voor de 'exit-belastingclaims'.
De houdstermaatschappij Giovanni Agnelli bv betaalt de resterende 203 miljoen euro voor dezelfde exitheffing. Volgens gegevens van Bloomberg bezit de familieholding Agnelli 52 procent van Exor. Exor controleert supercarmaker Ferrari nv en is de grootste aandeelhouder van autofabrikant Stellantis nv.
In 2016 deed Exor bij de fusie een beroep op een belastingvrijstelling waardoor bijna alle vermogenswinsten van de exitheffing waren uitgezonderd. De Italiaanse belastingdienst vond echter dat deze vrijstelling niet mocht worden toegepast en eiste dat de belasting alsnog zou worden betaald. De Nederlandse Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) had bij de verhuizing van Exor naar Nederland al te kennen gegeven dat de Europese regelgeving rond belastingontwijking nog steeds niet toereikend is.
In een aparte verklaring stelt de familie dat de betaling van de schikking op geen enkele manier betekent dat zij de aanslag van de fiscus erkent of aanvaardt.
Bron: Bloomberg
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht