Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verkoop van de helft van de eigendom van een paard door X aan een Belgische ondernemer een levering vormt voor de omzetbelasting. X maakt niet aannemelijk dat het paard zich bij levering buiten Nederland bevindt, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht omzetbelasting naheft wegens onjuiste toepassing van het nultarief bij export van een paard, maar vermindert de aanslagen en verzuimboete omdat de grondslag te hoog is vastgesteld.
De vraag of invoer-BTW in aftrek kan worden gebracht en door wie, staat centraal in de beschouwing van Martijn Schippers in het Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht (TFO). Hoewel dat ogenschijnlijk een simpele vraag is, is de praktijk weerbarstiger, aldus Schippers, die in het dagelijkse leven werkzaam is bij EY en universitair hoofddocent douanerecht aan de Erasmus Universiteit. Het artikel in het TFO is vrij beschikbaar voor de lezers van TaxLive.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de belastingrente van 4% niet in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur of het evenredigheidsbeginsel. De rente is terecht in rekening gebracht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft het Wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva (‘DAC8’) bij de Tweede Kamer ingediend.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de BTW-naheffingsaanslagen 2011 en 2012 terecht zijn opgelegd. X heeft namelijk geen facturen overgelegd met betrekking tot deze tijdvakken ter onderbouwing van de door hem in aftrek gebrachte voorbelasting. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belarussische ondernemingen Grodno Azot en Khimvolokno terecht staan op lijsten van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren vanwege hun connecties met het Loekasjenko-regime.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Bulgarije in strijd met het EU-recht handelt door een geldboete op te leggen aan BBM omdat zij geen kassabonnen heeft uitgereikt voor door haar verrichte verkopen, wanneer wegens deze inbreuk reeds een bestuurlijke dwangmaatregel is opgelegd.
Op het moment dat een aan een feitelijk samenwerkingsverband OB opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting niet wordt betaald en geen verrekening mogelijk is, kan de ontvanger niet bij het samenwerkingsverband invorderen, omdat het civielrechtelijk niet bestaat. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep invordering & civiel recht. Het betreft een herziening van een in 2017 ingenomen standpunt.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Letland de datum waarop ten onrechte COVID-steun aan Toode is geweigerd niet aanmerkt als de datum waarop de steun is toegekend. Dit geldt voor de situatie waarin na het verstrijken van die termijn in een rechterlijke beslissing wordt vastgesteld dat die weigering onrechtmatig is.