Het Jaarverslag Rechtspraak 2012 staat voor een belangrijk deel in het teken van kwaliteit. In 2012 zijn voor het eerst (buiten de gewone mogelijkheden van hoger beroep) vonnissen in civiele zaken inhoudelijk getoetst op kwaliteit. Er werden voorbereidingen getroffen voor de herziening van de gerechtelijke kaart (minder gerechten). En de eerste stappen werden gezet op weg naar het belangrijke digitaliseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie. Een aantal gerechten ging verder vorig jaar van start met adviesraden die als klankbord van gerechtsbesturen fungeren.
Vonnissen toetsen
In 2012 werden 42 civiele vonnissen van rechtbanken in een proefproject inhoudelijk op kwaliteit getoetst door raadsheren van de gerechtshoven Amsterdam en ‘s Hertogenbosch. Dat is nieuw. Tot nu toe beperkte de beoordeling in hoger beroep zich altijd tot bevestiging of vernietiging van de eerdere uitspraak. Dat zegt weinig tot niets over de kwaliteit van de uitspraak, omdat partijen in hoger beroep andere stellingen kunnen innemen en andere feiten naar voren kunnen brengen. De beoordelaars gaven hun oordeel aan de hand van een checklist die door een commissie van experts is opgesteld. Ook de begrijpelijkheid van het vonnis is getoetst.
Veruit het grootste deel van de vonnissen werd beoordeeld als ‘voldoende' of ‘goed'. Het aantal vonnissen dat onder de loep werd gelegd is te klein om daaraan nu zwaarwegende conclusies te kunnen verbinden. Dat kan wel in de komende jaren, als het aantal getoetste vonnissen flink stijgt. In 2013 worden enkele honderden vonnissen op vergelijkbare wijze getoetst.
Manifest en kwaliteit
De nieuwe kwaliteitstoets past in de grotere aandacht voor de kwaliteit van het werk van de rechter. Om die aandacht werd uitdrukkelijk gevraagd in het manifest dat in december 2012 verscheen (zie ook: Raad voor de rechtspraak spreekt met rechters over kritiek). Dit document werd ondersteund door zo'n dertig procent van de rechters en raadsheren. In het manifest spreken de opstellers, raadsheren van het toenmalige gerechtshof Leeuwarden, hun zorg uit dat de Rechtspraak steeds meer gaat lijken op een groot bedrijf, waarin productiecijfers leidend zijn. De Raad voor de rechtspraak onderschrijft deze zorg en geeft gerechten de ruimte om de kwaliteit te handhaven. In het jaarverslag roept Frits Bakker, waarnemend voorzitter van de Raad, in een inleidend essay rechters en raadsheren op om in overleg zogeheten ‘professionele standaarden' op te stellen. Op die manier kan consensus bereikt worden over wat in concrete situaties kwalitatief goede rechtspraak is.
Maatschappelijke adviesraden
Een ander nieuw initiatief is het instellen van maatschappelijke adviesraden door gerechten. Deze adviesraden gaan een maatschappelijk klankbord voor de gerechtsbesturen vormen. De raden kunnen de besturen gevraagd en ongevraagd advies geven. De leden van de adviesraad hebben hun sporen verdiend in bijvoorbeeld het openbaar bestuur, het bedrijfsleven of de wetenschap. Thema's waar de maatschappelijke adviesraden over kunnen adviseren zijn onder meer de kwaliteitsdoelen van een gerecht, strategisch beleid, externe communicatie en het vertalen van landelijke thema's naar lokaal niveau. In 2012 troffen diverse gerechten voorbereidingen voor het inrichten van een maatschappelijke adviesraad. Het opzetten van dergelijke raden is onderdeel van de operatie herziening gerechtelijke kaart (HGK).
Slagkracht
In 2012 bereidde de Rechtspraak zich intensief voor op deze herziening van de gerechtelijke kaart. Het aantal rechtbanken werd per 1 januari 2013 van 19 naar 10 terug gebracht. Inmiddels zijn er weer 11 rechtbanken, doordat de rechtbank Oost-Nederland per 1 april werd gesplitst in de rechtbanken Gelderland en Overijssel. Het aantal gerechtshoven daalde per 1 januari 2013 van 5 naar 4. Met deze reorganisatie vergroot de Rechtspraak de kwaliteit en de slagkracht van de gerechten. Ondanks deze ingrijpende operatie wisten rechtbanken, gerechtshoven en bijzondere colleges in 2012 binnen de daarvoor gestelde financiële kaders een kleine 1,7 miljoen rechtszaken af te handelen.
Rechter-commissaris belangrijker
Per 1 januari 2013 heeft de rechter-commissaris (RC) in strafzaken wettelijk een grotere rol gekregen in het opsporingsonderzoek. In 2012 werden hiervoor de voorbereidingen getroffen. De RC kan voortaan al tijdens het opsporingsonderzoek onrechtmatigheden herstellen. De bedoeling is dat daardoor meer strafzaken kant-en-klaar op de zitting komen. In de aanloop naar de verandering per 1 januari 2013 zijn nieuwe eisen gesteld aan de werving en selectie van RC's, aan de opleiding die ze krijgen en het aantal nieuwe RC's. Het aantal RC's moet omhoog om de taakverzwaring in hun nieuwe rol te kunnen opvangen. Het doel is dat van alle strafrechters op termijn 25 procent rechter-commissaris wordt. Dat doel is nog niet gehaald. In 2012 was 19 procent van het totaal aantal strafrechters RC, een stijging met 1 procent vergeleken met 2011.
Digitaal
De Rechtspraak wil toegankelijker, begrijpelijker en klantvriendelijker worden. Dat gebeurt onder meer via het Programma KEI (Kwaliteit en Innovatie), waarvoor in 2012 verschillende stappen zijn gezet. Binnen dit programma wordt de komende jaren gewerkt aan eenvoudige, gedigitaliseerde en geüniformeerde procedures bij de rechtbanken, gerechtshoven en bijzondere colleges. Het moet de komende jaren steeds vaker mogelijk worden om rechtszaken digitaal aan te spannen en te volgen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie werkt met inbreng uit de Rechtspraak aan wetgeving die digitalisering mogelijk maakt.
Bron: de Rechtspraak
1