Wanneer in één akte meerdere schenkingen aan dezelfde begiftigde worden opgenomen, worden die schenkingen in één keer belast door de Belastingdienst. Het betreft gevallen waarin de jaarlijkse betaling afhankelijk is van een opschortende voorwaarde. Dit heeft de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) vorige week van de Belastingdienst vernomen.
In de praktijk doet zich de vraag voor of het mogelijk is om in één akte meerdere ‘papieren' schenkingen (schuldigerkenningen) aan dezelfde begiftigde op te nemen die voor de schenkbelasting in verschillende belastingjaren in aanmerking worden genomen. De KNB heeft het ministerie van Financiën in 2013 hierover om duidelijkheid gevraagd.
De Belastingdienst heeft de KNB nu laten weten:
‘Het gaat bij een repeterende schenking om een schenking van een aantal jaarlijkse betalingen. De jaarlijkse betaling is daarbij afhankelijk van een opschortende voorwaarde. Artikel 1, negende lid, van de Successiewet 1956 bepaalt dat een schenking onder opschortende voorwaarde voor de schenkbelasting wordt geacht te zijn gedaan op het moment dat de voorwaarde is vervuld. Op zichzelf geldt dit voor elke schenking als zodanig. Maar bij de samenhangende schenkingen moeten die schenkingen in onderling verband worden gezien. In dit kader is ook artikel 18, tweede lid, van de Successiewet 1956 van toepassing. Door die bepaling worden terugkerende prestaties, zoals de hiervoor bedoelde betalingen, samengevoegd tot één belastbaar bedrag dat wordt berekend volgens de tabellen van het Uitvoeringsbesluit Successiewet. Dat bedrag is belastbaar op het tijdstip waarop de eerste van de opschortende voorwaarden wordt vervuld (werking van artikel 1, negende lid).'
Bron: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
22