De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs is geen voorstander van openbaarmaking van vergrijpboeten opgelegd aan adviseurs. Dit schrijft de Orde in haar reactie op de internetconsultatie Wetsvoorstel openbaarmaking vergrijpboeten.
De Orde steunt in zijn algemeenheid een harde aanpak van belastingontduiking. Ook heeft de Orde op zichzelf beschouwd begrip voor de doelstelling van de maatregel om vergrijpboeten aan deelnemers openbaar te maken: cliënten en de maatschappij kunnen er baat bij hebben om vooraf te weet te komen of een adviseur betrouwbaar is of dat deze zich schuldig heeft gemaakt aan medewerking aan een vergrijp. Echter het publiceren van een vergrijpboete gaat naar mening van de Orde verder dan noodzakelijk is voor de waarschuwende functie die het moet hebben. Om de rotte appels uit de mand te halen, zou de overheid kunnen kiezen voor uitbreiding van het opsporings- en vervolgingsapparaat en werken aan verbetering van handhaving.
In het commentaar op de internetconsultatie ‘Wet aanpak belastingontduiking’ heeft de Orde al op de volgende alternatieven gewezen waarmee deze doelstelling ook kan worden gehaald: een alternatief is om een systeem in te richten zoals dat bij de verklaring omtrent het gedrag bestaat. Op verzoek wordt een verklaring verstrekt waaruit blijkt of de adviseur al dan niet ooit een vergrijpboete opgelegd heeft gekregen. Een tweede alternatief is om het verplicht te maken voor een adviseur om vóór het aangaan van een opdracht een (gewaarmerkte) verklaring te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken natuurlijk persoon of personen al dan niet een vergrijpboete opgelegd heeft/hebben gekregen.
De Orde is bereid om mee te denken over de wijze waarop cliënten zich vooraf kunnen vergewissen van de betrouwbaarheid van de betrokken adviseur en in meer algemene zin over het herstellen en waarborgen van het maatschappelijk vertrouwen in belastingadviseurs.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting