De NOB vraagt in haar reactie op de internetconsultatie Algemene Leidraad Wwft aandacht voor de reikwijdte van de Leidraad voor specifieke beroepsgroepen. Uit overleg met de betrokken ministeries en het BFT is naar voren gekomen dat met de toevoeging van ‘in hoofdzaak’ in art. 1a Wwft geen inhoudelijke wijziging is beoogd. De Orde verzoekt ter verduidelijking in de Leidraad te vermelden dat met de toevoeging van ‘in hoofdzaak’ geen inhoudelijke wijziging is beoogd.
Wat betreft de voorgestelde wijzigingen ten aanzien van het cliëntenonderzoek, kan de NOB zich niet vinden in de opmerking van de wetgever dat het niet kunnen identificeren van een échte UBO in de meeste gevallen risico's met zich meebrengt. In de meeste gevallen waarin geen échte UBO kan worden geïdentificeerd, is volgens de Orde de verdeling van de belangen volstrekt helder en is tevens duidelijk waarom geen echte UBO kan worden geïdentificeerd. De NOB dringt aan op nuancering van de onderhavige tekst van de Leidraad op dit punt.
UBO-begrip
De Orde maakt van de gelegenheid gebruik een aantal knelpunten voor te leggen aan de wetgever die zijn opgekomen in de praktijk bij het vaststellen wie de UBO is. Zij vraagt de wetgever van de gelegenheid gebruik te maken het UBO-begrip ook op deze onderdelen te verduidelijken. Daarbij gaat het om:
- Het niet-limitatieve karakter van het UBO-begrip;
- Het UBO-begrip bij vennootschappen en soortgelijke juridische entiteiten: of het criterium van ‘meer dan 25% belang’ moet worden vastgesteld op basis van nominaal aandelenkapitaal of aantal aandelen, of controle (meer dan 50% belang) een relevant element is, hoe moet worden omgegaan met een trust als aandeelhouder van een vennootschap, hoe een échte UBO in een viertal specifieke gevallen moet worden vastgesteld bij een stichting en een nadere duiding van het begrip ‘uitkering’; en
- Het UBO-begrip bij trust en soortgelijke juridische constructies: tenslotte herhaalt de NOB een deel van haar reactie op het Implementatiewetsvoorstel trustregister dat momenteel in behandeling is bij de Tweede Kamer, waarin een aantal vragen is opgenomen omtrent het bepalen van de UBO van trust(achtigen) aangezien deze mogelijkerwijs in de Leidraad kunnen worden geadresseerd.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen