Het is onduidelijk of buitenlandse winst in alle gevallen buiten de grondslag voor de solidariteitsbijdrage blijft. Dit vraagt de NOB in een nadere reactie op het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage (36235).
Volgens de staatssecretaris wordt, vanwege het feit dat de belastbare winst voor de VPB (na toepassing van de objectvrijstelling) als uitgangspunt dient voor de solidariteitsbijdrage, voorkomen dat buitenlandse winst wordt belast met de solidariteitsbijdrage. Gaat dit uitgangspunt ook op als in 2022 sprake is van inhaalverliezen van art. 33b Wet VPB 1969? Als inhaalverliezen van vóór 2012 in 2022 worden ingehaald, komen de buitenlandse winsten immers in de belastbare winst terecht en kunnen zij dus onder de solidariteitsheffing vallen.
Verder kan de solidariteitsbijdrage van toepassing worden op meerdere boekjaren, bijvoorbeeld als een verkort boekjaar in 2022 loopt van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 en vervolgens een tweede boekjaar in 2022 start op 1 juli 2022 en doorloopt tot 30 juni 2023. Het bijdragejaar voor de tijdelijke solidariteitsbijdrage is namelijk omschreven als “elk boekjaar dat aanvangt in het kalenderjaar 2022”. De NOB vraagt zich af of dit bewust zo is vormgegeven.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Vennootschapsbelasting