Oliebedrijven waaronder Shell spannen een rechtszaak aan tegen de Braziliaanse staat omdat ze vrezen dat de tijdelijke belasting op olie-export permanent wordt. Ze riskeren daarmee een openlijke juridische strijd met de linkse regering van president Luiz Inácio Lula da Silva. Dat meldt het FD.
Hoewel Brazilië een reputatie heeft als een van de weinige olierijke Latijns-Amerikaanse landen die buitenlandse olieproducenten graag binnenhaalt – en contracten naleeft, kondigde de regering-Lula op 28 februari jl. aan een belasting van 9,2 procent in te voeren. De regering besloot tot afgrijzen van de internationale olie-industrie ook tot evaluatie van de verkoop van boorvergunningen en exploitatierechten van raffinaderijen die door Lula’s voorganger Jaïr Bolsonaro was geïnitieerd.
De rechtszaak tegen de exportheffing is aangespannen door Shell, Equinor, Galp Energia, Repsol en TotalEnergies; de nieuwe belasting zal volgens de regering slechts vier maanden gelden, maar velen vrezen dat hij permanent wordt. De exportheffing is onderdeel van een pakket maatregelen om het Braziliaanse begrotingstekort te dichten, aldus de krant.
Bron: FD
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht