Vorig jaar behaalden mkb-advieskantoren 8,5 procent meer omzet en 12,8 procent meer winst dan in het coronajaar 2020. Ondanks het oplopende aantal vacatures tot 13,7 procent van het personeelsbestand dit jaar, groeide het aantal medewerkers van de kantoren in 2021 met 6,7 procent.
Dat blijkt uit de Benchmark Kantoorcijfers van de beroepsorganisatie van mkb-adviseurs NOAB (1.100 leden) en kennis- en adviescentrum Fiscount. Aan de benchmark hebben 434 accountants-, administratie- en belastingadvieskantoren deelgenomen.
Kosten
De kosten zijn ook onderzocht. Hieruit komt in 2021 een stijging naar voren van gemiddeld 6,9 procent ten opzichte van 2020, waarbij de ICT-kosten een stijging laten zien van 15,6 procent. Na de personeelskosten (46,5 procent) vormt de ICT de grootste kostenpost met gemiddeld 7,6 procent van de totale kosten. De kosten voor beloning voor de eigenaren/kantoorhouders zijn met 27,4 procent ook een grote kostenpost, maar kunnen ook tot de winst worden gerekend.
Omzet
Het gemiddelde kantoor heeft in 2021 een omzet van € 654.000 behaald en is 6,6 fte groot. Het grootste deel van de omzet onder mkb-advieskantoren wordt nog steeds behaald met administratieve verwerkingen en het samenstellen van jaarrekeningen (totaal 61 procent). Dit is iets lager dan het jaar daarvoor (63 procent). Adviesgerichte werkzaamheden blijven steken op 16 procent van de omzet. Het percentage omzet uit het verzorgen van aangiften en de loonadministratie bedraagt 19 procent.
Vaste prijs of uurtarief?
Qua prijsstelling is het hanteren van een uurtarief nog steeds gebruikelijk, vooral bij de grotere kantoren. Kantoren met een hogere omzet per medewerker lijken ook nog steeds de voorkeur te geven aan het uurtarief.
Wel laat de benchmark een afname zien in het gebruik van uurtarieven bij kantoren die meer uitgeven aan ICT. Hoe hoger de ICT-softwarekosten per fte dan wel hoe hoger het percentage ICT-kosten ten opzichte van de omzet, des te lager het gebruik van uurtarieven en des te meer het gebruik van vaste prijzen als prijsmodel. De tarieven zijn dit jaar gemiddeld met 3,8 procent gestegen ten opzichte van 2021.
Een uitgebreid verslag van de benchmark is te lezen op de website van de NOAB.
Bron: NOAB