De NVP, de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen, heeft gereageerd op de ontwerpwijzigingen van enkele specifieke renteaftrekbeperkingen in de Wet VPB 1969.
Ten eerste bepleit de NVP een heldere afbakening van het begrip ‘samenwerkende groep', zoals neergelegd in het voorgestelde Artikel 10a lid 7, dat gebruikt wordt om het begrip verbondenheid in te vullen voor de toepassing van Artikel 10a lid 1 tot en met 3 en Artikel 15ad. Het effect van de afbakening zou moeten zijn dat alleen evident niet-zakelijke constructies, bedoeld om Artikel 10a te omzeilen, worden bestreden. Daarmee wordt voorkomen dat de wijzigingen gevallen raken die niet beoogd zijn, en met name te vermijden dat rechtsonzekerheid ontstaat.
 
Ten tweede pleit de NVP voor overgangsrecht bij de voorgestelde wijzigingen met betrekking tot Artikel 10a, waardoor bestaande situaties geëerbiedigd worden. Indien mocht blijken dat met de introductie van het begrip samenwerkende groep slechts wordt beoogd evident niet-zakelijke constructies te bestrijden, dan vervalt in die zin de noodzaak tot eerbiedigende werking.
 
Ten derde vraagt de NVP aandacht voor het feit dat door de voorgestelde aanpassing in het Belastingplan 2012, Artikel XXXVIIII, vierde lid, sommige overgenomen bedrijven die tot nu toe niet geraakt werden door de overnameholdingmaatregel (Artikel 15ad Wet Vpb), door het wegvallen van overgangsrecht de facto met terugwerkende kracht wél door beperking van renteaftrek geraakt worden. Daarbij is onduidelijk vanaf welk moment de termijn van zeven jaar, waarbinnen de overnamefinanciering moet worden afgebouwd, ingaat. Ook in deze situaties moet de materieel terugwerkende kracht van de voorstellen worden weggenomen.
 
Link naar de brief van de NVP
 
 

Bron: NVP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

0

Gerelateerde artikelen