Op basis van praktijkvragen en op initiatief van SRA Bureau Vaktechniek heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie op 9 oktober 2013 het wetsvoorstel 'Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013' bij de Tweede Kamer ingediend.
Een verzamelwet is een zogenaamde 'veegwet' waarin wetstechnische gebreken en leemten of andere inhoudelijke wijzigingen in diverse wetsbepalingen, in dit geval op het terrein van Veiligheid en Justitie worden gerepareerd. 
 
Met het wetsvoorstel wil het ministerie van V&J het geschetste probleem voor de meeste BV's (waarvan alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn) ondervangen, zonder dat statuten de nieuwe regeling van artikel 210 lid 5 –zoals lid 5 vereist- expliciet hoeven uit te sluiten. Na het indienen en aannemen van dit wetsvoorstel zal een statutenwijziging niet meer noodzakelijk zijn om de afzonderlijke vaststelling van de jaarrekening te kunnen handhaven.
 
Het wetvoorstel zal vanzelfsprekend eerst door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden aangenomen. Aangezien het gaat om reparatie van wetgeving gaan we ervan uit dat de Veegwet op weinig tegenstand zal stuiten.
 
SRA Bureau Vaktechniek adviseert u wel dringend de statuten van uw klanten te raadplegen om te constateren dat de algemene vergadering van aandeelhouders (tegenwoordig overigens ''de algemene vergadering'') de jaarrekening vast moet stellen. Zoals aangegeven in de Memorie : BV's waarvan de statuten in het kader van de vaststelling van de jaarrekening uitgaan van een algemene vergadering, kunnen dit zo houden indien zij dat wensen. Daarmee wijken zij dan af van de wettelijke hoofdregel.

Uit de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel:

In het kader van de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (Stb. 2012, 300) is in artikel 210 een nieuw lid 5 ingevoerd, inhoudende dat indien alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn, de ondertekening van de jaarrekening tevens geldt als vaststelling ervan (mits ook eventuele andere vergadergerechtigden hiermee hebben ingestemd). Als de bv hiervan wil afwijken, moet deze wijze van vaststelling van de jaarrekening in de statuten worden uitgesloten. Het artikel maakt onderdeel uit van de verruiming van de mogelijkheden tot besluitvorming buiten vergadering (artikel 238). Het is bedoeld om onnodige formaliteiten – het houden van een algemene vergadering tot vaststelling van de jaarrekening met dezelfde personen die de jaarrekening al hebben ondertekend – te voorkomen. De datum van vaststelling heeft ook gevolgen voor de deponering bij het handelsregister, die immers binnen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening moet plaatsvinden (artikel 394 lid 1).  
 
In de praktijk is gebleken dat in veel statuten is vastgelegd binnen welke termijn de jaarrekening door het bestuur moet worden opgemaakt en binnen welke termijn deze vervolgens door de algemene vergadering moet worden vastgesteld. In de praktijk is het onduidelijk of dit in overeenstemming is met de hoofdregel en of dit beschouwd kan worden als het uitsluiten in de statuten van de wijze van vaststellen zoals in artikel 210 lid 5 is vereist voor afwijking van de hoofdregel. De onduidelijkheid vloeit vooral voort uit de formulering dat de statuten deze wijze van vaststelling moeten 'uitsluiten'. Doorgaans is in het nieuwe bv-recht de formulering gebruikt 'tenzij de statuten anders bepalen'. Daarom wordt voorgesteld om deze uitsluiting te vervangen door de standaardformulering 'tenzij de statuten anders bepalen'. Bv's waarvan de statuten in het kader van de vaststelling van de jaarrekening uitgaan van een algemene vergadering, kunnen dit zo houden indien zij dat wensen. Daarmee wijken zij dan af van de wettelijke hoofdregel. 
 
 

Bron: SRA

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Jaarrekening

0

Gerelateerde artikelen