Een vleesbelasting kan een doeltreffend middel zijn om de veehouderij te verduurzamen, mits de overheid de opbrengst van zo'n heffing terugsluist naar veehouders die de gewenste maatregelen nemen. Tot die conclusie komen onderzoekers van Wageningen University and Research (WUR). Ze benadrukken dat goed overleg tussen de overheid en de sector bepalend is voor succes. Als die samenwerking niet goed van de grond komt, is "de kans op mislukking groot".
De onderzoekers hebben in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een analyse gemaakt van verschillende maatregelen. Ze keken zowel naar ecologische duurzaamheid, waarbij het onder meer draait om biodiversiteit en minder landgebruik, als naar de volksgezondheid, dierenwelzijn en "economische duurzaamheid". Met dat laatste wordt bedoeld dat een eerlijke prijs wordt betaald voor vleesproducten.
Een simpele btw, waarbij consumenten via een verhoging van het tarief van 9 naar 21 procent meer moeten gaan betalen voor vlees en de opbrengst in de schatkist terechtkomt, is volgens de onderzoekers geen goed idee. De kans bestaat dan wel dat iets minder vlees in Nederland wordt verkocht, maar het valt niet uit te sluiten dat dit deel vervolgens naar het buitenland wordt geëxporteerd.
Ook een belasting op het houden of slachten van dieren is niet zo effectief, denken de opstellers van het advies. Met zulke maatregelen "wordt de motivatie om te verduurzamen bij de veehouders niet verhoogd". Bovendien zou de productie, en de bijbehorende uitstoot van onder meer stikstof en CO2, zich kunnen verplaatsen naar het buitenland.
Her onderzoeksrapport is te downloaden op de website van de universiteit.
Bron: WUR
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Omzetbelasting, Milieuheffingen