De Belastingdienst heeft vragen over de fiscale woonplaats beantwoord die zijn gesteld tijdens het webinar 'Coronavirus fiscale maatregelen en de gevolgen'.

Hieronder staan de vragen en antwoorden.

  1. Vraag (V): Wat wordt bedoeld met substantieel werken in woonland?
    Antwoord (A): Het begrip substantieel werken is belangrijk voor de toepassing van de Europese socialezekerheids-verordening 883/2004. In de 'Praktische gids Over de toepasselijke wetgeving' van de Europese commissie staat de volgende omschrijving:

    "Een "substantieel gedeelte van de werkzaamheden" verricht in een lidstaat betekent dat een kwantitatief substantieel deel van alle werkzaamheden daar wordt verricht, zonder dat het hierbij noodzakelijkerwijs om het grootste deel van deze werkzaamheden hoeft te gaan.

    De beoordeling of een substantieel gedeelte van de werkzaamheden in een lidstaat wordt verricht, gebeurt mede op grond van de volgende indicatieve criteria:
    * de arbeidstijd en/of
    * het loon.

    Indien in het kader van een algemene beoordeling blijkt dat ten minste 25 % van de arbeidstijd van een werknemer in de lidstaat van de woonplaats wordt besteed en/of ten minste 25 % van zijn loon in de lidstaat van de woonplaats wordt verdiend, dan geldt dit als een indicatie dat een substantieel gedeelte van alle werkzaamheden van de werknemer in die lidstaat wordt verricht.

    Hoewel het verplicht is rekening te houden met de criteria arbeidstijd en/of loon, is dat geen uitputtende lijst en mogen er daarnaast andere criteria in overweging worden genomen. Het is aan de aangewezen organen om alle relevante criteria in aanmerking te nemen en de situatie van de betrokkene als geheel te beoordelen vooraleer te beslissen welke wetgeving van toepassing is.

    Naast de bovenstaande criteria moet voor de vaststelling van de toepasselijke wetgeving ook rekening worden gehouden met de verwachte situatie in de volgende twaalf kalendermaanden.

    Werkzaamheden in het verleden zijn echter ook een betrouwbare graadmeter voor toekomstig gedrag, en indien een beslissing niet op grond van geplande arbeidspatronen of dienstroosters kan worden genomen, zou het derhalve redelijk zijn naar de situatie in de voorgaande twaalf maanden te kijken en deze informatie te gebruiken bij de beoordeling van substantiële werkzaamheden. Indien een onderneming slechts onlangs is opgericht, kan de beoordeling op een passende kortere periode worden gebaseerd."

  2. V: Een belastingplichtige verblijft te lang in het woonland (Spanje) door Covid-19. Nederland is de werkstaat. Spanje volgt niet het advies van het OESO-secretariaat. Hoe gaat Nederland om met de 183-dagenregeling?
    A: Voor de toepassing van het belastingverdrag Spanje - Nederland, zijn tussen Spanje en Nederland geen afspraken gemaakt in het kader van de coronamaatregelen. Dat betekent dat het belastingverdrag op de reguliere wijze moet worden toegepast. Als een werknemer thuis moet werken, dan is het loon voor deze thuiswerkdagen belast in het land waar de werknemer woont.

  3. V: OESO adviseert om geen fiscale gevolgen te verbinden aan bijzondere omstandigheden als gevolg van COVID-19. Dit staat in de OESO-analyse van belastingverdragen en de gevolgen van de coronacrisis. Dit betekent geen wijzigingen van de fiscale woonplaats van de expat en geen nieuwe vaste inrichtingen voor zijn werkgever. Hoe gaat Nederland hiermee om?
    A: Nederland onderschrijft de OESO-analyse. Dit staat op pagina 20 van de antwoorden op Kamervragen van 15 juni 2020:

    "Op 3 april 2020 heeft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een aantal richtsnoeren gepubliceerd over de gevolgen van de coronacrisis voor de toepassing van belastingverdragen (hierna: OESO-analyse).

    De OESO merkt op dat het onwaarschijnlijk is dat de coronacrisis invloed heeft op het vaststellen van vaste inrichtingen in de zin van belastingverdragen en dat het onwaarschijnlijk is dat als gevolg van de coronacrisis de vestigingsplaats van vennootschappen en woonplaats van natuurlijke personen in de zin van belastingverdragen zal veranderen. De OESO verwijst hiervoor naar verschillende passages uit het OESO-commentaar.

    Het OESO-commentaar is voor Nederland van grote betekenis en Nederland onderschrijft dan ook deze OESO-analyse ten aanzien van de coronacrisis."

  4. V: Bij onze organisatie werken een aantal medewerkers vanaf maart 100% thuis. Sommige medewerkers wonen in België en Duitsland. Blijven deze medewerkers belastingplichtig en sociaal verzekerd in de werkstaat, dus Nederland?
    A: Als de medewerkers thuiswerken door de coronamaatregelen heeft dit geen gevolgen voor de sociale zekerheid. Meer informatie staat op svb.nl.
    Voor de toepassing van het verdrag kan ervoor gekozen worden om de thuiswerkdagen, als gevolg van de coronacrisis, toch aan te merken als werkdagen in Nederland. Hiervoor gelden een aantal voorwaarden. Dit staat in de afspraken die Nederland heeft gemaakt met Duitsland en België. De afspraken tussen Nederland en Duitsland vindt u in de Staatscourant van 10 april 2020. De afspraken tussen Nederland en België staan in de Staatscourant van 8 mei 2020. Zie voor de bronnen het betreffende onderdeel in het Dossier Coronavirus.

NB: De antwoorden zijn informatief van aard. Een uitspraak van de Belastingdienst over een specifieke situatie is mogelijk via vooroverleg aanvragen.

In deze reeks van vragen en antwoorden van de Belastingdienst in coronatijd zijn eerder de volgende publicaties verschenen:

Verder staan in het Dossier Coronavirus alle fiscale coronaregelingen.

Bron: Belastingdienst

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Internationale sociale zekerheid

Dossiers: Corona

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

116

Gerelateerde artikelen