Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X het bedrag van € 50.000 niet in aftrek kan brengen als resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen. Daarbij is onder andere van belang dat X geen vergoeding en geen zekerheden heeft bedongen.
Belanghebbende, X, houdt indirect een belang van 20% in E bv. E bv legt zich toe op de productie, het tentoonstellen en het verkopen van 3D kopieën van schilderijen van Rembrandt van Rijn. In 2012 sluit E bv een kredietovereenkomst met een bank. X stelt zich hierbij borg voor € 50.000, maar bedingt geen zekerheden van E bv. In verband met het faillissement van E bv brengt X het bedrag van € 50.000 in aftrek als resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen. Volgens de inspecteur heeft X echter geen recht op aftrek.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X het bedrag van € 50.000 niet in aftrek kan brengen als resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen. De rechtbank overweegt daarbij dat E bv in 2011 van start is gegaan, en dat in 2012 slechts een marginale omzet wordt gerealiseerd. Verder wijst de rechtbank er op dat er sprake is van een fors negatief resultaat na belastingen en een fors negatief eigen vermogen, en dat deze situatie in 2013 nog aanzienlijk is verslechterd. Daarnaast acht de rechtbank nog van belang dat X geen vergoeding en geen zekerheden heeft bedongen. Volgens de rechtbank is het dan ook niet aannemelijk dat een onafhankelijke derde bereid zou zijn tegen enige niet van de winst van E bv afhankelijke vergoeding het risico te lopen tot betaling van € 50.000 te worden aangesproken. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema De terbeschikkingstellingsregelingen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 11 maart