Rechtbank Gelderland oordeelt dat het mede aan de heer X1 is te wijten dat door de illegale activiteiten beslag is gelegd, waarna de btw niet meer door de vof betaald kon worden. De beslaglegging is dus geen onvoorziene bijzondere gebeurtenis die hem disculpeert.

De heer X1 is vennoot van een vof, die materialen voor hennepkwekerijen verkoopt. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek wordt in oktober 2014 beslag gelegd op alle bezittingen en het geld van de vennoten en de vof. X1 en zijn twee medevennoten zijn inmiddels strafrechtelijk veroordeeld voor (onder meer) de handel in hennep en het deelnemen aan een criminele organisatie. In november 2014 en februari 2016 zijn aan de vof btw-naheffingsaanslagen opgelegd. Aangezien deze onbetaald zijn gebleven, is in geschil of X1 terecht hoofdelijk aansprakelijk is gesteld. X1 stelt onder meer dat het niet betalen een gevolg is van de onvoorziene en onrechtmatige beslaglegging en dat het verdedigingsbeginsel is geschonden.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het mede aan X1 is te wijten dat door de illegale activiteiten beslag is gelegd, waarna niet meer betaald kon worden. De beslaglegging is dus geen onvoorziene bijzondere gebeurtenis die hem disculpeert. Hoewel X1 ten onrechte niet is gehoord vóór de aansprakelijkstelling (vgl. HvJ EU 3 juli 2014, nr. C-129/13, V-N 2014/36.6), is niet gesteld hoe door een vooraankondiging het besluitvormingsproces een andere afloop had kunnen hebben. Bovendien is X1 in de bezwaarfase wel gehoord. Cijfermatig is de hoogte van de aansprakelijkstelling niet goed onderbouwd, waardoor deze met € 253 wordt verlaagd tot € 27.231. De redelijke termijn is voorts met ongeveer drie maanden overschreden, zodat de aansprakelijkstelling wordt verlaagd met € 19, zijnde 5% van de boete van € 364. Het beroep van X1 is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Invorderingswet 1990 33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 11 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen