A-G Wattel concludeert dat Nederland de WAO-uitkering van X, die in Portugal woont, alleen mag belasten als wordt voldaan aan alle voorwaarden van art. 18 lid 2 Belastingverdrag NL - Portugal.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de processtukken van X naar een vast patroon zoekraken en dat hij er desondanks niet toe overgaat om deze aangetekend te verzenden. Zijn vordering van € 15.000 schadevergoeding kan uitsluitend bij de civiele rechter worden ingesteld.

A-G Niessen is van mening dat de dochter vanwege haar studie als uitwonende niet meer tot het huishouden van de ouders behoort. De woning valt dus in box 3.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X, die naar Nederland is gekomen vanwege de in 2022 uitgebroken oorlog in Oekraïne, kwalificeert als ingekomen werknemer voor de toepassing van de 30%-regeling.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).