A-G Wattel concludeert dat Nederland de WAO-uitkering van X, die in Portugal woont, alleen mag belasten als wordt voldaan aan alle voorwaarden van art. 18 lid 2 Belastingverdrag NL - Portugal.
X ontvangt onder andere een WAO-uitkering van het Uwv. Begin 2016 emigreert zij naar Portugal. Zij is van mening dat een kwart van haar inkomen in Nederland in de heffing betrokken moet worden en drie kwart in Portugal. De inspecteur is echter van mening dat Nederland ook gedurende de periode dat X in Portugal woont over de WAO-uitkering belasting mag heffen. In geschil is de interpretatie van art. 18 lid 2 Belastingverdrag NL - Portugal. De inspecteur stelt dat voor sociale zekerheidsuitkeringen alleen onderdeel c van toepassing is. X stelt dat er sprake is van cumulatieve voorwaarden en dat naast onderdeel c ook de onderdelen a en b getoetst moeten worden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Na een uitgebreide analyse van de totstandkoming van het Verdrag, de vergelijkbare teksten uit andere belastingverdragen uit de beleidsperiode 2000 - 2010 en de Nederlandse verdragsbeleidsnotities adviseert A-G Wattel de Hoge Raad om de vragen als volgt te beantwoorden:
1) Een uitkering betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van Nederland aan een inwoner van Portugal mag op grond van art. 18(2) Verdrag met Portugal in Nederland worden belast als aan alle drie de in lid 2 gestelde voorwaarden wordt voldaan.
2) Voor het criterium ‘in de belastingheffing wordt betrokken’ in art. 18(2)(b) is niet maatgevend de feitelijke aanslagoplegging in de woonstaat, maar de wijze waarop de uitkering volgens de woonstaatse belastingwet in de heffing wordt betrokken. Daarbij wordt geen rekening gehouden met toepassing van maatregelen ter voorkoming van dubbele belasting.
(in de parallelzaak 20/01404 (AOW)):
3. Bij een AOW-uitkering en elke andere sociale-zekerheidsuitkering wordt aan de voorwaarde gesteld in art. 18(2)(a) Verdrag met Portugal voldaan.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 3 augustus