Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is door het alsnog beslissen op de aanvraag, maar dat een proceskostenvergoeding en een vergoeding van het griffierecht op zijn plaats is.

De heffingsambtenaar van Cocensus beslist niet tijdig op de aanvraag van de WOZ-waarde van twee objecten. De erven van X (belanghebbenden) tekenen daarom op 27 januari 2020 beroep aan. Op 30 januari 2020 neemt de heffingsambtenaar alsnog een beslissing op de aanvraag en is een dwangsom van € 138 (voor zes dagen overschrijding) toegekend.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, nu de beslissing op de aanvraag alsnog is genomen, maar dat een proceskostenvergoeding van € 262,50 en een vergoeding van het griffierecht op zijn plaats is. Het instellen van het beroep was namelijk niet zonder reden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Algemene wet bestuursrecht 4:13

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 3 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen