Aan mevrouw X zijn diverse navorderingsaanslagen met verhogingen en boetes opgelegd wegens vermeende buitenlandse banktegoeden van haar echtgenoot (zie ook 09/00526). Rechtbank Haarlem verklaart de beroepen van X deels gegrond. Ter zitting in hoger beroep komen partijen alsnog overeen dat alle aanslagen en daarmee verband houdende beschikkingen komen te vervallen en dat X af ziet van (immateriële) schadevergoeding, (proces)kostenvergoeding en vergoeding van de door haar betaalde griffierechten.
Hof Amsterdam oordeelt dat de beroepen van X gegrond zijn en doet een en ander vervolgens af conform het bereikte compromis.