X, die in België woont, verzoekt in zijn aangifte IB/PVV 2007 om vermindering ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van zijn van het ABP ontvangen pensioenuitkering. De inspecteur beschikt over informatie waaruit blijkt dat de pensioenrechten zijn opgebouwd in publiekrechtelijke dienstbetrekking. De inspecteur vraagt X zijn verwerking nader te onderbouwen. X stuurt een formulier van het ABP in waarin is vermeld dat het pensioen in privaatrechtelijke dienstbetrekking is opgebouwd. Na kennisname van dat formulier legt de inspecteur de primitieve aanslag op overeenkomstig de aangifte. Nadien ontvangt de inspecteur informatie van een collega, waaruit zou blijken dat de in het formulier van het ABP opgenomen kwalificatie onjuist is en dat het pensioen in publiekrechtelijke dienstbetrekking is opgebouwd. Dit feit heeft gevolgen voor de belastingschuld. In geschil is of er sprake is van een navordering rechtvaardigend nieuw feit.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat een nieuw feit ontbreekt, omdat de in het formulier van het ABP opgenomen kwalificatie in strijd is met gegevens die de inspecteur bij de voorbereiding van de primitieve aanslag ter beschikking stonden en die hij ook heeft geraadpleegd. Volgens die gegevens was X namelijk wél in publiekrechtelijke dienstbetrekking werkzaam. Omdat de inspecteur, ondanks deze tegenstrijdige informatie, zonder verder onderzoek de primitieve aanslag overeenkomstig de aangifte heeft opgelegd, heeft hij een ambtelijk verzuim begaan dat aan navordering in de weg staat, aldus het hof die de navorderingsaanslag vernietigt.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 november