De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt over cijfers betreffende door arbeidsmigranten betaalde motorrijtuigenbelasting (MRB).
Hij deelt mee dat zijn ambtsvoorganger in september 2013 in een brief aan de Tweede Kamer heeft beschreven hoe de aanpak van het ten onrechte niet betalen van MRB op uit het buitenland meegenomen voertuigen zou worden aangepakt. Dit heeft vorm gekregen in het project Buitenlandse kentekens dat binnen de Belastingdienst inclusief voorbereidingsfase heeft gelopen van eind 2013 tot medio 2016. De aanpak en de resultaten van dat project heeft hij in de 17e halfjaarsrapportage Belastingdienst omschreven.
Bij het geven van cijfers is uitgegaan van bepaalde aannames. Exacte cijfers zijn niet te geven. Volgens benadering hadden in 2013 van de 350.000 arbeidsmigranten in Nederland, 113.000 een in Nederland geregistreerde auto en betaalden ze daarmee MRB. Op grond van dezelfde aannames hebben per 1 februari 2017 (afgerond) 362.000 in de BRP ingeschreven arbeidsmigranten (afgerond) 105.000 een voertuig met Nederlands kenteken.
Een mogelijke verklaring dat er nu minder migranten een auto hebben met Nederlands kenteken is dat het autobezit onder migranten die sinds 2013 naar Nederland is gekomen lijkt te dalen. Een belangrijke aanwijzing hiervoor is dat het aantal migranten dat op basis van de preventieve aanpak in het project Buitenlandse kentekens aangaf bij de Belastingdienst een auto mee naar Nederland te hebben genomen in 2014 ongeveer 10% bedroeg, terwijl dit in 2015 en 2016 is gedaald naar ongeveer 6%.1 Dat kan er mogelijk mee samenhangen dat de samenstelling van de groep migranten is gewijzigd sinds 2013, bijvoorbeeld door uitbreiding van het recht op vrij verkeer van werknemers voor bepaalde landen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 23 februari